Antoon Verschoot
Bert Verschoot met het portret van zijn oom Antoon.
Een winteravond in het jaar 1963. Antoon Verschoot vertrok met zijn mobylette naar de Menenpoort om er de Last Post te spelen op zijn klaroen. Het was ijskoud buiten. Kanalen in heel België waren dichtgevroren, en er lag zelfs ijs op de Noordzee. Antoon kwam net op tijd aan. Er stond amper volk te kijken. Het blazen lukte verbazend goed in de ijzige koude. Na het beëindigen van de melodie, probeerde Antoon de klaroen van zijn lippen te trekken. Maar het lukte niet. Het mondstuk was aan zijn lippen gevroren. Met een ruk trok hij de klaroen weg, maar ook het vel van zijn lippen kwam mee. De hele week was het lastig om behoorlijk te spelen, met die pijnlijke lippen.
​
Het blazen van de Last Post is ouder dan de meeste inwoners van Ieper, maar Antoon Verschoot was nog ouder. Hij werd geboren in 1925. De Last Post wordt sinds 1928 elke avond om 20 uur onder de Menenpoort gespeeld. Dat initiatief kwam van toenmalig commissaris Pierre Vandenbraambussche. Hij zocht een manier om de Ieperse dankbaarheid, voor de offers van de Britse soldaten, uit te drukken. De Menenpoort stond er al een jaar. Onder leiding van de commissaris werd de Last Post Association opgericht. Er werd beslist om elke avond de Last Post te laten blazen door de brandweermannen van de stad. Het initiatief is dus volledig Vlaams, maar de Last Post zelf is van Britse origine. Honderd jaar terug betekende de Last Post het einde van de dag in het Britse leger.
​
Antoon werd op zijn 29ste gevraagd om bij de klaroeners van de Menenpoort te komen. Vier jaar eerder, in 1954, begon hij als vrijwillige brandweerman bij de brandweer van Ieper. Antoon was eigenlijk kleermaker van beroep, en werd later loketbediende bij de Christelijke Mutualiteit. Als brandweerman was hij het gewend om op de klaroen – de clairon – te blazen. Er bestonden toen nog geen gsm’s of walkietalkies, dus alle commando’s werden gegeven via de klaroen. Daardoor kon elke brandweerman het instrument bespelen. Maar enkel de besten mochten onder de Menenpoort staan.
ADEM GENOEG
In de beginperiode van zijn carrière als klaroener, speelde Antoon dikwijls voor een lege Menenpoort. De twee agenten die het verkeer tegenhielden, waren vaak de enige toeschouwers. Als die een oproep kregen rond 20 uur, dan moesten de klaroeners zelf het verkeer tegenhouden. Na verloop van tijd namen ze hun vrouw en kinderen mee, zodat er toch publiek was. In die tijd duurde de Last Post slechts twee tot drie minuten. Er werden geen namen afgeroepen of gedichten voorgedragen. De Last Post en dat was het. Alhoewel. Soms kwamen toeristen te laat, en hadden ze de Last Post gemist. Dan vroegen ze of de klaroeners nog eens wilden spelen. Antoon heeft dat enkele keren gedaan. Zo had er toch iemand geluisterd. “Later op familiefeesten vertelde hij dat het niet de Last Post, maar de Aller-Last Post was”, vertelt Bert Verschoot, de neef van Antoon.
​
Bert: “Tone dronk graag een glas whisky en hij rookte graag een sigaretje. Alle klaroeners van zijn leeftijd, trouwens. Ze stonden dan samen te roken voordat ze aan de Last Post begonnen. Tone had nog adem genoeg om te blazen, dus dat sigaretje kon geen kwaad. In de beginperiode speelden ze in hun gewone burgerkleren onder de Menenpoort. In de zomer in een korte broek, en in de winter met een dikke pull aan. Na het blazen van de Last Post reden ze met hun velo naar de cinema. Ze konden nog gemakkelijk de film van 20 uur halen. De Last Post duurde slechts een paar minuten, en ze toonden toen ook al reclame voordat de film begon.”
Sinds 2000 moet elke Last Post verplicht in brandweeruniform worden geblazen. Voordien gebeurde dat enkel op feestdagen, zoals 11 november en 21 juli. De Britten waren felle voorstander van het uniform, omdat de burgerkleren te weinig respect toonden voor de slachtoffers. De klaroeners daarentegen vonden dat de Last Post vooral een eerbetoon moest blijven. Voor de gewone man, van de gewone man.
TREKGAT
De koude avonden waren zeer speciaal voor de klaroeners. De agenten die het verkeer moesten tegenhouden, stonden vaak te roepen dat ze het kort moesten houden. In de jaren ’60 en ’70 stond er meestal geen kat. En al zeker niet in de winter. Toch hebben ze geen enkele dag overgeslagen. Een kameraad van Antoon verwarmde thuis zijn clairon aan de stoof, zodat het instrument niet aan zijn handen – en erger, zijn lippen – bleef plakken. In de winter van 1963 overkwam dat Antoon wel. Later kregen de muzikanten een mondstuk van plexi (kunststof), zodat dergelijke dingen niet meer konden gebeuren.
​
Bert: “Tone zei altijd dat de Menenpoort een echt trekgat (plaats met veel tocht) was. Als hij moest spelen op avonden dat er veel wind was, had hij de volgende dag gegarandeerd een verkoudheid. Er is nog een ander verhaal over tocht, dat hij vaak vertelde. Op een avond, toen hij stond te blazen, voelde hij plots een rare tocht. Vanonder. Zijn spriet (rits) stond nog open. In alle haast was hij thuis vertrokken nadat hij van het toilet kwam, en hij was zijn broek vergeten dichtdoen. De Last Post blijft een serieuze aangelegenheid, maar accidentjes kunnen altijd gebeuren.”
​
Het bezoek van paus Johannes Paulus II in mei 1985 veranderde veel. Het aantal toeschouwers groeide steeds meer. Tegenwoordig lokt de Last Post jaarlijks ongeveer 200 000 bezoekers. Dat zijn er meer dan 500 per avond. Op 11 november staan er zelfs duizenden mensen. De ceremonie duurt een kwartier tot twintig minuten. De speciale avonden van weleer, zijn nu doordeweeks. Elke avond is er een eerbetoon waarbij namen worden afgeroepen, kransen worden gelegd, en gedichten worden voorgedragen.
"Op een avond, toen hij stond te blazen, voelde hij plots een rare tocht. Vanonder. Zijn spriet (rits) stond nog open. In alle haast was hij thuis vertrokken nadat hij van het toilet kwam, en hij was zijn broek vergeten dichtdoen. De Last Post blijft een serieuze aangelegenheid, maar accidentjes kunnen altijd gebeuren.”
BERT VERSCHOOT
Foto: Henk Deleu
De klaroeners zijn tegenwoordig met acht en wisselen elkaar af. Vier klaroeners spelen een week lang, en de week erna spelen de andere vier. Antoon was altijd op post toen het aan hem was. Wanneer hij een collega moest vervangen, dan deed hij dat ook. Zonder klagen. Na verloop van tijd stond hij niet meer stil bij de oorlog. Bij grote evenementen dacht hij wel aan de oorlogsslachtoffers, maar op een gewone weekdag niet. Het werd routine voor hem. “Duizenden keren heeft hij onder de Menenpoort gespeeld. Hij kon niet elke dag stilstaan bij de oorlog. Het betekende wel veel voor hem. Toen hij samen met zijn vrouw Suzanne op reis ging naar de zee, kwam hij ’s avonds naar Ieper om te spelen, en daarna reed hij meteen terug naar zee. Dat was niet altijd plezant voor haar. Maar een Last Post missen, dat nooit. Zo belangrijk was het voor hem”, vertelt Bert.
​
Antoon was daarom erg geliefd bij zijn collega’s. Hij miste nooit een optreden. Behalve die keer dat hij vast zat voor de overweg. En bij de viering van de 30 000ste Last Post in 2015. Die dag moest eigenlijk ook een eerbetoon worden aan Antoon, omdat hij het oudste lid van de klaroeners was. Een jaar eerder werd Antoon ridder in de Leopoldsorde. Hij mocht de speciale Last Post dus absoluut niet missen. Maar hij was de hele dag ziek, en moest ’s avonds zelfs naar het ziekenhuis worden afgevoerd. Daardoor miste hij ‘De Ode Aan De Ode’. Enkele maanden later stond hij terug onder de Menenpoort. Toch bleef zijn gezondheid hem parten spelen, en hij moest in december 2015 definitief afscheid nemen van de Last Post. Het jaar daarop werd hij verkozen tot ereburger van de stad Ieper. Antoon Verschoot overleed op 1 februari 2017. Hij werd 91.